Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

woensdag 8 mei 2024

HET EINDE VAN EEN TIJDPERK IN PARIJS

Het begon allemaal op 19 juli, in het jaar 1900, om 13.00 uur en eindigde op 21 september 2023; afscheid van het kartonnen metrokaartje.  In ieder geval het Carnet T+. In sommige automaten is nog een los metrokaartje verkrijgbaar, maar het metrokaartje is gedoemd om in het digitale tijdperk te verdwijnen, hèt symbool van een object dat representatief is voor de technologische vooruitgang en ontwikkelingen van de 21e eeuw. Dit is het begin van het einde van een avontuur dat 124 jaar geleden begon. 

 

124 jaar geschiedenis maakt plaats voor de Navigo pas


Geel, groen, paars, wit, elke kleur heeft zijn tijd, inmiddels herinneringen uit een oude wereld. Het diende als sigarettenfilter, als wig voor een wankele tafel, als inspiratiebron voor artiesten, voordat het vaak op straat belandde of in een spijkerbroekzak eindigde in een wasmachine-trommel. Vanaf 2023 zal het langzaam verdwijnen en worden vervangen door de Navigo-pas of door de smartphone. “Het metrokaartje is een weerspiegeling van de evolutie van het Parijse leven”, aldus Grégoire Thonnat, auteur van het enige boek over dit onderwerp: ‘Petite histoire du ticket de métro Parisien’.

 

De eerste metrokaartjes 1900 - 1903 - Collectie Grégoire Thonnat


Op 19 juli 1900 werd lijn 1 ingehuldigd. Deze verbindt Porte Maillot met Porte Vincennes in 30 minuten en doet 18 stations aan. Ook al werd het groots gepresenteerd tijdens de Wereldtentoonstelling, Chicago, Berlijn en zelfs Boedapest hadden al een ondergronds netwerk. In Londen werd de eerste lijn zelfs op 10 januari 1863 geopend door the Metropolitan Railway. Op die eerste dag werden er zelfs 30.000 kaartjes verkocht. De Parijse metro bleek vanaf dag een een groot succes. In het eerste jaar werden er maar liefst 17 miljoen kaartjes verkocht. De ‘Compagnie du chemin de fer métropolitain de Paris’ kortweg CMP genoemd bood haar reizigers 3 tarieven aan. Rose, een enkeltje eerste klas voor 25 centimes, créme, een enkeltje tweede klas voor 15 centimes en een retour ticket, groen, voor 20 centimes. Kinderen mochten gratis mee mits ze reisden op de schoot van de begeleider. Oh ja, roken in de treinen was toen al verboden, spugen trouwens ook. 

 


Elk station had een loket waar je een kaartje kon kopen om het vervolgens bij de ingang te laten 'knippen' door een 'poinçonneur' - de conducteur. Dit systeem hield zo'n 75 jaar stand. Tijdens de oorlog van 1914-1918 waren het hoofdzakelijk vrouwen die dit beroep uitoefenden. De mannen bevonden zich aan het front. Het systeem vormde de inspiratie voor menig Frans Chanson. Serge Gainsbourg bezong de poinçonneurs in 1958 in zijn chanson 'Le Poinçonneur des Lilas':

 

Je suis l'poinçonneur des Lilas

Le gars qu'on croise et qu'on n' regarde pas

Y a pas d'soleil sous la terre

Drôle de croisière

 

Ik ben de kaartjesknipper

De man die men passeert en waarvan men niet opkijkt

Onder de grond schijnt er geen zon

Geprikkeld door het doorsteken

 

Je fais des trous, des p'tits trous, encor des p'tits trous

Des p'tits trous, des p'tits trous, toujours des p'tits trous

Des trous d'seconde classe

Des trous d'première classe

 

Ik maak gaatjes, kleine gaatjes, nog steeds kleine gaatjes

Kleine gaatjes, kleine gaatjes, altijd kleine gaatjes

Tweede klasse gaatjes

Eerste klasse gaatjes



Foto RATP - Xavier Chibaut
 

Y a d'quoi d'venir dingue

De quoi prendre un flingue

S'faire un trou,

un p'tit trou, un dernier p'tit trou

Un p'tit trou, un p'tit trou, un dernier p'tit trou

Et on m'mettra dans un grand trou

Où j'n'entendrai plus parler

d'trou plus jamais d'trou

De petits trous de petits trous de petits trous

 

Het is genoeg om gek van te worden

Om een pistool te nemen

en bij jezelf een laatste gaatje te maken,

een klein gaatje, een laatste klein gaatje

Een klein gaatje, klein gaatje, een laatste klein gaatje

En men zal me in een groot gat gooien

waar ik nooit meer over gaatjes

zal hoeven te praten, nooit meer gaatjes

Kleine gaatjes, kleine gaatjes, kleine gaatjes

 

In 1906 gaf een metrokaartje toegang tot meer dan 30 km aan lijnen, vergeleken met 10 km in 1900. Een nieuw bedrijf, La compagnie Nord-Sud, kreeg van de stad Parijs een concessie voor een nieuwe noord-zuid-as, waar dringend behoefte aan was. De huidige lijn 12 (van Mairy d’Issy naar Porte de la Chapelle en een deel van de huidige lijn 13, werd eind 1910 ingehuldigd. De historische overstromingen van dat jaar hadden de werkzaamheden aanzienlijk vertraagd. Het Noord-Zuid-bedrijf hanteerde dezelfde prijzen als het CMP. Het bedrijf werd nooit een financieel succes en werd in 1930 al door het CMP ingelijfd.

 


Het metronetwerk in 1906 - Collectie Grégoire Thonnat


Het metronetwerk in 1930 - Collectie Grégoire Thonnat

Ticket inflatie

De eerste prijsverhoging van het ticket vond pas plaats 19 jaar na het rijden van de eerste metrotrein. Eerste klas kost dan 30 centimes, tweede klas 20 centimes en een retourtje 25 centimes. Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1937 werd de symbolische drempel bereikt van1 Franse franc voor een kaartje in de tweede klas. Door de prijsverhogingen vond er een levendige handel plaats in tweedehands kaartjes. De gaatjes werden namelijk gedicht met gekleurd brood zodat ze voor een tweede keer gebruikt konden worden. Daarom werden de gaten in de ponstangen vergroot van vier naar zes millimeter. Het aantal verkochte kaartjes bevindt zich op een nieuw record, namelijk 850 miljoen stuks.


 Metrokaartje uit 1925 - Collectie Grégoire Thonnat



Metrokaartje uit 1930 - Collectie Grégoire Thonnat

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog telde het Parijse metronetwerk 14 lijnen en 160 kilometer spoor. Vier stations zijn sinds 1939 nooit meer heropend: Arsenal (lijn 5), Champ-de-Mars (lijn 8), Croix-Rouge (lijn 10) en Saint-Martin (lijnen 8 en 9). Tijdens de Tweede Wereldoorlog beleeft de metro zijn donkere periode. Het Vichy-regime kondigde aan dat Joden geen gebruik meer mochten maken van een eerste klaskaartje en werden verplicht om plaats te nemen in de laatste treinwagon die spottend de ‘synagoge’ werd genoemd. In 1941 overschreed de metro het aantal van één miljard vervoerde passagiers door de vrijwel totale verdwijning van het auto- en busverkeer in de stad.



Metrokaartje uit 1938 - Collectie Grégoire Thonnat

 

Het metronetwerk in 1938 - Collectie Grégoire Thonnat


In 1946 vervoerd het CMP 1,5 miljard passagiers. De eerste klas wordt geëlimineerd om plaats te maken voor nog meer passagiers. Echter deze wordt een jaar later weer ingevoerd. De prijs van een enkel kaartje bedroeg inmiddels 5 Franse franc. In 1948 was er sprake van een opmerkelijke ontwikkeling; er werden verlaagde prijzen ingevoerd voor grote gezinnen. Frankrijk beleefde toen de Baby Boom. Een jaar later werd de RATP opgericht die een netwerk van 166 kilometer aan sporen erfde, waaronder 14 metrolijnen.



Metrokaartje anno 1948 - Collectie Grégoire Thonnat

In 1958 ging de prijsverhoging gepaard met een kleurverandering: havana voor de tweede klasse en groen voor de eerste. De prijs van een carnet tweede klas gaat omhoog naar 30 Franse franc en 45 -franc voor een carnet eerste klas. In 1968 werd het metrokaartje ook geldig in de bus en deed de magneetstrip zijn intrede, een technologische revolutie, wat echter het einde betekende voor een grote groep poinçonneurs. Het laatste gaatje werd geknipt in 1975. De tourniquets werden geïntroduceerd om de doorvoer van de passagiers te versnellen. Een poinçonneur kon in grote stations niet meer dan 3.000 tot 3.500 gaatjes maken per dag, ze werden later ingezet als stationsagent. Het gele kaartje met een bruine magneetstrip doet zijn intrede.



1975 Het laatste gaatje werd geknipt mede dankzij de tourniquets en de kaartjes met de magneetstrip - Collectie Grégoire Thonnat & RATP

In de jaren zeventig daalt voor het eerst het aantal metroreizigers. De metro moet concurreren met de route Georges Pompidou. De toenmalige Franse president die de oevers van de Seine openstelt voor automobilisten. Als tegenzet wordt de ‘Carte Orange’ geïntroduceerd. Voorheen moest je bij het doorkruisen van het Ĩle de France wel vijf verschillende kaartjes kopen. Nu kon je met een kaart onbeperkt reizen. Een mega succes. In 1976 werden 11 miljoen ‘Cartes Orange’ verkocht. Wat kleur betreft was oranje in die tijd ook de kleur van de mode. De ‘Carte Orange’ verdween in 2019 ten gunste van de Navigopas. 

In 1991 werd ook de eerste klas afgeschaft. In 1992 werd het kaartje jadegroen, de kleur van de ecologie. In 2003 volgde opnieuw een verandering. Het kaartje krijgt een paarse kleur en kan gebruikt worden bij de SNCF (spoorwegen), de RATP en de STP (Paris Transport Union). Hiermee kun je de metro nemen, maar ook de bus en de RER in het Parijs tussen de rondweg. Vier jaar later wordt het kaartje wit. Op 1 augustus 2003 bereikt het metrokaartje de symbolische drempel van 1 euro. Op dat moment telde het metronetwerk 16 lijnen, 366 stations en 211 kilometer aan sporen.

 

2003 het metroticket krijgt een paarse kleur en markeert de symbolische drempel van een euro per rit


Met de introductie van de Navigopas komt een einde aan het metrokaartje dat meer dan 120 jaar dienst heeft gedaan. Goed voor het milieu want zo’n 550 miljoen kaartjes per jaar belandden grotendeels op de grond. Volgens de RATP duurt het bijna twee jaar voordat een metrokaartje, eenmaal op de grond gegooid, wordt afgebroken. Op een navigopas kunnen maximaal 30 kaartjes worden geladen en is steeds herlaadbaar. Het kaarje zelf zou in 2025 geheel moeten verdwijnen, echter de RATP heeft nog geen definitief besluit genomen.

 


Als afsluiting nog wat kunst en cultuur. Het metrokaartje heeft verschillende kunstenaars geïnspireerd tot het maken van kleine kunstwerkjes op de achterkant of de voorkant. Ik schreef hier al over in mijn blog over de Marché Parisien de la Création waar ik een ontmoeting had met de Franse kunstenaar Peter Eichner die op eigen wijze metrokaartjes recycled, door deze te gebruiken als ondergrond voor zijn verbluffende mini kunstwerkjes. Of het filmpje op YouTube over Luc Grateau. Hij heeft al ruim duizend mensen geportretteerd op een metrokaartje tijdens zijn reizen in de metro. Hij noemt het een tic, maar zijn kleine kunstwerkjes op metrokaartjes zijn beeldschoon. (klik hier)







maandag 29 april 2024

KONINGSDAG 2024 IN PARIJS

Afgelopen donderdag 25 april vierde onze Nederlandse ambassade in Parijs alvast Koningsdag. Een jaarlijks terugkerend evenement, fungerend als een netwerk receptie in de residentie van onze Nederlandse Ambassadeur Z.E. Mr. Jan Versteeg, gevestigd in het voormalige Hôtel d’Avaray in het chique 7e arrondissement. Directe nazaten van de familie Bésiade d’Avaray verkochten dit herenhuis in 1920 aan de Nederlandse regering en sinds die tijd is het Hôtel d’Avaray de officiële residentie van de ambassadeurs van het Koninkrijk der Nederlanden in Parijs. Dus al meer dan 100 jaar.

 


De persoonlijke uitnodiging was verstuurd uit naam van onze ambassadeur Jan Versteeg, mevrouw Monique van Daalen, Permanent Vertegenwoordiger bij UNESCO in Parijs en de heer Jochem Wiers, Permanent Vertegenwoordiger bij de OESO in Parijs. Met deze “PV’s” en hun medewerkers deelt hij ook onze ambassade aan de Rue Eblé.

 


Hollandse tulpen mochten natuurlijk niet ontbreken


Met het aantreden van Jan Versteeg als ambassadeur in oktober 2022 kreeg de Koningsdagviering ook gelijk een andere invulling als een bijeenkomst voor het professionele netwerk van de ambassade, voor de Franse contacten van de ambassade(medewerkers) waar ook een klein aantal Nederlanders bij wordt uitgenodigd, met name Nederlanders uit het Franse bedrijfsleven en verenigingen waaronder het CAPA, 'Club Affaires Paris Amsterdam', de NZGF, de Nederlandse Zaken Gemeenschap Frankrijk en ANEAS, de oudste Nederlandse vereniging in Frankrijk. De ambassade is er niet alleen voor de belangen van de 1700 Nederlandse bedrijven actief in Frankrijk maar ook voor ruim 60.000 Nederlanders die permanent wonen en werken in Frankrijk. Prioriteit wordt gegeven aan start-ups en MKB, juist omdat deze bedrijven een belangrijke bijdrage leveren aan innovatie en groei, o.a. leden van het Atelier Néerlandais, het platform van de Nederlandse ambassade voor culturele ondernemers. Verder in mijn blog enkele mooie voorbeelden. Natuurlijk waren er ook vertegenwoordigers van defensie van diverse grootmachten en leden van verschillende ambassades. Dat betekende honderden handen schudden door onze ambassadeur Z.E. Jan Versteeg en zijn echtgenote.


Z.E. Mr. Jan Versteeg ambassadeur, Mme Versteeg, Mme Alexandra van Huffelen, Mr. Jochem Wiers, Permanent Vertegenwoordiger bij de OESO, Mme. Monique van Daalen, Permanent Vertegenwoordiger bij UNESCO (vlnr)


De plek waar de residentie is gevestigd, aan de rue de Grenelle 85 was niet te missen. Een lange file met limousines voorzien van de groene CD nummerplaat (Corps Diplomatique) leidde de weg richting de indrukwekkende ingang van de residentie met de letters ‘Je maintiendrai’ en de Nederlandse vlag fier in top. Na het legitimeren kreeg iedere gast een ‘carte aboyeur’, ook dat was nieuw. Een kaart met daarop naam, titel en bedrijf zodat de aboyeur, de omroeper, zorgde voor een luide aankondiging: Monsieur Ferry van der Vliet, Weblog Paris FvdV. Chique nietwaar?. Vervolgens handen schudden met de gastheren en gastvrouwen en de eregast van die avond Mevrouw Alexandra van Huffelen, Staatssecretaris voor Koninkrijkszaken en Digitalisering. Zij is namens Nederland ook verantwoordelijk voor de relatie met Sint-Maarten (of Saint-Martin), het eiland waar het Koninkrijk een grens deelt met Frankrijk. Maar voor het binnengaan worden, volgens militair protocol, alle gasten begroet met het presenteren en neerlaten van de sabel. (Door het handvat naar het gezicht of de borst te brengen, moet duidelijk worden dat het wapen met overtuiging wordt gehanteerd; “met het hart” of “met het verstand”).

 




Eenmaal binnen kon het netwerken beginnen. De Koningsdagreceptie stond dit jaar in het teken van duurzaamheid, mede vormgegeven door de vele Nederlandse sponsoren, en de intensieve (diplomatieke) samenwerking tussen Frankrijk en Nederland.


Het netwerken kan beginnen

 

Laten we ook eerlijk zijn, zo’n receptie zou niet mogelijk zijn zonder sponsoring. Onze ambassadeur is een overtuigd veganist, herkenbaar aan de diverse sponsoren die zich op een positieve en eigentijdse manier inzetten voor een duurzamere voedingswereld. Zoals ‘Bieterbal’ een vinding van Jonathan Karpathios, een Nederlands-Griekse chef en uitvinder van de veganistische bitterbal. Of ‘Cas & Kas’ twee vrienden die hun koksmutsen hebben opgezet en op zoek zijn gegaan naar de ideale vegan receptuur voor bitterballen en croquetten. Verder was er 100% plantaardige kaas van de familie Westland. Samen met de ‘Vegan Cowboys’ maakt Westlands kaas een grote stap om 100 miljoen mensen te laten genieten van klimaat neutrale kaas in 2036 wanneer het familiebedrijf 100 jaar bestaat. De ‘Roze Bunker’, in 2016 opgericht en gespecialiseerd in siropen gemaakt van 100% fruit. Emile en Kester noemen zich fruitslagers. Duurzaam omdat je hun siropen kunt aanlengen met water en dat komt gewoon uit de kraan. Een gezond alternatief voor frisdrank. En dan was er nog een soepje van ‘Oma’s Soep’, Overheerlijke soep waarvan de opbrengst gebruikt wordt om activiteiten te organiseren voor jong en oud door het gehele land. 



Natuurlijk mag de Zeeuwse oester van ‘Oesterij Dhooge’ uit Yerseke niet ontbreken. Een familiebedrijf dat al bestaat sinds 1906.



Zowel de Cour, de binnentuin en de kamers van de residentie waren gedecoreerd met 6.500 bijzondere tulpen door de Gebroeders Berendsen en hun partners Dobbeflowers en Borst Bloembollen. 



Onder het genot van een glas champagne had ik een gesprek met een van de directeuren van de Eiffeltoren die samen met de toren een bijzonder jubileum viert. De toren bestaat dit jaar 135 jaar en de uit Eindhoven afkomstige Bob Franke is dit jaar 25 jaar werkzaam op de ‘IJzeren dame’. Het grappige feit wilde dat die nacht een ander 135 jaar oud icoon van de Franse hoofdstad zijn wieken heeft verloren, de molen van de Moulin Rouge. Ouderdom? De oorzaak is nog een raadsel. Bob verzekerde mij dat de Eiffeltoren nog fier overeind staat en een belangrijke rol zal spelen tijdens de komende Olympische Zomerspelen.

 


Mr. Bob Franke Chef du service Exploitation Tour Eiffel en David R. McCawley, deputy Chief of Mission American Embassy Paris


Aan de Deputy Chief of Mission Mr. David R. McCawley van de Amerikaanse ambassade in Parijs stelde ik de vraag of de Amerikaanse ambassadeur ook een zo’n fraaie residentie bewoont?  En dat is zeker het geval, gevestigd aan de rue du Faubourg Saint-Honoré 41. In 1948 kochten de Amerikanen het gebouw. Pas in 1966 werd besloten om de residentie van de ambassadeur te verplaatsen van de avenue d'Iena naar nummer 41 aan de rue du Faubourg Saint-Honoré. Pas toen de renovatiewerkzaamheden eindelijk werden voltooid in 1971 verhuisden  de toenmalige ambassadeur en mevrouw Arthur K. Watson naar de nieuwe residentie. Sinds die tijd heeft elke ambassadeur zich voortdurend ingespannen om de residentie verder te restaureren. De huidige ambassadeur is Mevr. Denise Campbell Bauer.

 


De vorige ambassadeur Mr. Pieter de Gooijer en Mme Julie Vermooten echtgenote


Netwerken

Buiten het CAPA, de NZGF en ANEAS zijn er nog twee belangrijke Nederlandse organisaties in Frankrijk. Allereerst het Atelier Neerlandais (AN) waar ik zelf lid van ben. Het AN, onder de bezielende leiding van  Ambassaderaad en cultureel attaché Beate Gerlings, Lilian Widdershoven en Joan Mols, helpt zowel marktgerichte ondernemers als culturele instellingen hun positie op de Franse markt te versterken. Hier krijgen zij de benodigde ondersteuning en een plek om te netwerken met Franse partners maar ook ruimte voor ontmoetingen en presentaties, denk aan fotoshoots, modeshows, concerten, recepties, exposities. Buiten co-werkplekken en kleinere ruimtes om contacten afzonderlijk te ontvangen, wordt de ruimte regelmatig ingezet voor culturele evenementen. Tijdens beurs- en festivalweken is het Atelier Néerlandais de Nederlandse locatie in Parijs, denk aan Paris Photo, D’Days, FIAC, Futur en Seine, Paris Design Week en de modeweken. Helaas moeten ze dit jaar de fraaie locatie aan de rue de Lille verlaten omdat de aldaar gevestigde Fondation Custodia de ruimte dringend zelf nodig heeft. Beate Gerlings had goede hoop om weer snel een representatieve ruimte te vinden, centraal in Parijs.

 

Ambassaderaad en cultureel attaché Mme. Beate Gerlings en Mr. Rob Broos, organisator Nederlandse Borrel 


En dan zijn er Rob Broos en Arjan Angenent, al jaren de drijvende kracht en organisatoren van de ‘Nederlandse Borrel’ in Parijs. Vele malen per jaar vieren de Nederlanders, woonachtig in en rond Parijs, mede dankzij hun inzet, één groot feest. Maar beide heren zijn op zoek naar opvolgers. Hun laatste borrel wordt een groots afscheidsfeest op woensdag 7 augustus in het Team NL House in de Zenith Paris in het 19e arrondissement. Parijs gaat Rob en Arjan nog missen.



 Mr. Arjan Angenent organisator Nederlandse Borrel en kunstenares Margot van Huijkelom

Onder de aanwezige leden van het Atelier Néerlandais, ik had je beloofd enkele bijzondere ontmoetingen te noemen, de Nederlandse Els Reuver, Professeur de Danse Classique bij het Conservatoire CRD in Meudon en de Française Stéphanie Laurendeau. Beiden begonnen op 19-jarige leeftijd als danseres bij het befaamde Lido de Paris. Stéphanie bleef er 20 jaar, Els stroomde door naar het Paradis Latin en later als soliste bij de Moulin Rouge. Ze bleven vriendinnen voor het leven. Allebei in het bezit van ‘Le diplôme d’Etat Français de Professeur de danse classique’ en geven balletles. Els op het conservatoire, Stéphanie bereidt leerlingen voor het ballet van de ‘Opera de Paris’.

 

Professeurs de danse classique Stéphanie Laurendeau en Els Reuver


Voor het grote publiek werd de Nederlandse Margot van Huijkelom bekend door haar tekeningen van de Fashion Week, die groots werden afgedrukt in de Franse krant Le Monde. Ze woont en werkt als mode tekenaar en beeldend kunstenaar vanuit haar atelier in Barbizon, een kunstenaarsdorp net ten zuiden van Parijs. Inmiddels woont ze daar al zo’n dertig jaar maar is ook nog regelmatig in Nederland te vinden. Haar werk is en wordt regelmatig gepubliceerd in vooraanstaande modebladen, waaronder diverse edities van de Vogue Japan, l’Officiel, maar ook zijn haar illustraties opgenomen in verschillende boeken van de Duitse uitgever Taschen. Verder staan op haar klantenlijst namen als Harrods, reclame- en communicatie adviesbedrijf Publicis, Swarovski, cosmetica giganten als Clarins, l’Oreal en Lancôme. Voor de Franse krant Le Monde heeft ze tijdens de haute couture fashion week in Parijs gewerkt met Valentino en Dior.

Louise te Poele is een Nederlandse kunstenares die met name stillevens fotografeert. Zwerfafval zijn onmisbare elementen in haar werk. Een wapperend stuk plastic, verbogen rietjes, een propje hier of daar, het is allemaal met de grootste zorg uitgekozen. Ook heeft ze haar werk interactief gemaakt. Zo ontwikkelde ze een app waarmee haar stillevens tot leven komen.

 

Leden van het Atelier Néerlandais, Margot van Huijkelom en Louise te Poele


De beroemde Iris van Herpen is ook lid van het Atelier Néerlandais, net als Christian Lagerwaard. Minder bekend in Nederland maar zeer bekend in Parijs is XUAN, het modelabel van de Nederlands-Vietnamese ontwerpster Xuan-Thu Nguyen,  uitgesproken als ‘Swan-teen Nuh-Wen’. Het ontwerphuis is gevestigd in Parijs en productie vindt zowel in Frankrijk als in Nederland plaats. Xuan’s creaties zijn een mix van geometrisch gevouwen vormen en fragiele accenten, zoals handgemaakte borduursels en andere delicate patronen. Haar ontwerpen verwijzen naar de intimiteit, verrassingen en kwetsbaarheid van haar persoonlijke ervaringen. De thema’s van Xuan’s collecties zijn gebaseerd op haar waarnemingen en reflecteren zo wat ze met woorden niet kan uitdrukken. Het zijn daarom vaak de kleine dingen – een kleur, een gebaar of een enkel woord – die de basis vormen voor een nieuwe collectie. (zie video)

 


De eregast Alexandra van Huffelen hield een zeer inspirerende toespraak in vloeiend Frans over de jarenlange Frans-Nederlandse betrekkingen, waarin geschiedenis en actualiteit met elkaar vermengd waren. Met hier en daar een kwinkslag waarvoor ze terecht vele handen op elkaar kreeg.




Onze ambassadeur had zich laten inspireren door de tweede Sorbonne-speech van de Franse president Emmanuel Macron. Het doel om gezamenlijk te investeren in een professioneel netwerk in Europa dat voor zichzelf kan zorgen maar waar we in staat zijn en blijven om onze eigen beslissingen te nemen. Covid, de oorlog Rusland Oekraïne hebben ons duidelijk gemaakt dat we niet met onze ruggen naar de wereld moeten gaan staan maar verstandig moeten samenwerken. En natuurlijk werd er ook aandacht besteed aan de Nederlandse inbreng voor de komende Olympische Zomerspelen 2024 in Parijs.

 

Onze ambassadeur Z.E. Mr Jan Versteeg




Natuurlijk valt er nog veel meer te vertellen over deze wederom zeer geslaagde Koningsdag receptie in Parijs. Maar met het benoemen van enkele high-lights hebben jullie een prima indicatie over deze netwerkreceptie. Ik zocht het nog even op: netwerken is het opbouwen, onderhouden en inzetten van een duurzaam en wederzijds waardevol persoonlijk relatienetwerk. Ik zou zeggen missie geslaagd!


Na afloop ontving iedere gast een prachtig tulpenboeket



donderdag 18 april 2024

ACHTER DE FAÇADE VAN DE SAINT-GERVAIS en SAINT-PROTAIS

De geschiedenis en de actualiteit van de stad vloeien in het Parijs van alledag samen, of je nu de namen van de metrostations, de straten en pleinen of de betekenis van bepaalde gebouwen wilt begrijpen, Parijs is ondenkbaar zonder haar verleden. Daaraan ontleent de stad haar identiteit en zelfbewustzijn. Op de plek waar ik je mee naar toeneem vindt al meer dan 1600 jaar Christelijke aanbidding plaats, de St Gervais-et-St-Protais. Deze kerk is gebouwd op de resten van het eerste gebouw aan de Rive Droite; een basiliek die voor het eerst wordt vermeld in documenten uit het eind van de 4e eeuw. Een basiliek gewijd aan de broers Gervasius en Protasius, twee Romeinse officieren die onder Nero de marteldood stierven. 

Daarmee is het de oudste parochie aan de rechteroever van de Seine. Echter, toen het Romeinse Rijk tegen het eind van de 4e eeuw in verval raakte, werd Lutetia overspoeld door de Grote Volksverhuizing, waarbij veel bewoners naar het versterkte île de la Cité vluchtten.

 

De St Gervais-et-St-Protais in 2023 en op een gravure uit 1661


De bouw van de huidige kerk is begonnen in 1494, aan het einde van de middeleeuwen, en duurde zo’n 150 jaar. De middeleeuwen waren een belangrijke periode in de geschiedenis van Europa. Deze periode liep ongeveer van 500 na Christus, ongeveer dezelfde tijd als de val van het Romeinse Rijk, tot aan ongeveer 1500. De wijk Grève bruist dan van vitaliteit. Vlakbij de Seine en bij de grootste haven van Parijs. Ambachtslieden, handelaars, zakenlieden strijden daar om de kraampjes*. Verschillende architecten hebben gewerkt aan deze kerk en dat verklaart ook de verschillende bouwstijlen. De koorgewelven  zijn in een flamboyant gotische stijl, terwijl de façade, van de hand van de architect Salomon de Brosse (de bouwer van het Palais du Luxembourg) is geïnspireerd door het Franse classicisme. De van 1616 tot 1621 gebouwde façade, die tegen de achterzijde van het Hôtel de Ville aankijkt, heeft net als die van de St-Paul-et-St-Louis (eveneens in de Marais) drie verdiepingen. De architect rangschikte drie type zuilen boven elkaar; onder de Dorische, in het midden de Ionische en bovenaan de Korinthische. Het was de eerste barok-classicistische kerk façade in Frankrijk.

 

Vandaag de dag zijn er 7 broeders en 15 zusters verbonden aan het klooster behorend tot de kerk


Deze prachtige kerk, een van de mooiste van Parijs,  staat op een zachte helling, wat nog eens wordt benadrukt door de traptreden aan de voorgevel en in de rue François-Miron. De iep op het plein vormde naar middeleeuws gebruik een verzamelplaats voor buurtfeesten, vergadering, veroordeling, werving en ontmoeting, vandaar de Franse uitdrukking ‘Attendez-moi dous l’orme’ – letterlijk afspraak onder de iep. Het plein werd ook lange tijd Carrefour de l’Orme genoemd – kruispunt van de iep. De bewoners van Le Marais wisselden hier in vroeger tijden hun geld in de schaduw van de boom. Er zijn nog steeds afbeeldingen van de iep te vinden op allerlei gebouwen rondom het plein, inclusief de kerk. De iep voor de kerk is niet de originele. Deze werd gekapt in 1794 ten tijde van de revolutie om kanonnenwagens te maken. De iep die we vandaag zien werd in 1914 herplant mede dankzij de parochiepriester van de Saint-Gervais die de herinnering aan deze legendarische boom wilde doen herleven.


De clochards van Parijs en de daklozen vinden in de kerk altijd een warm welkom 


De Saint-Gervais, zoals de kerk nu in de volksmond wordt genoemd, was gedurende meer dan twee eeuwen - vanaf 1653 - de thuisbasis van een van de bekendste muziekfamilies van Frankrijk: de Couperins. De befaamde familie Couperin, bestaande uit klavecinisten, componisten en organisten,  leverde maar liefst acht generaties organisten die het orgel tussen 1653 en 1826 bespeelden. Het orgel van Louis en François Couperin, gebouwd in de 17e eeuw door Alexandre Thierry is het oudste orgel in de stad Parijs.  Het is een goed voorbeeld van de Franse barok.

Naast de Saint-Servais staat het huis waar de Couperins woonden, te herkennen aan een plaat met informatie over de familie.


Het woonhuis van François Couperin herkenbaar aan de plaquette

 

Heel onverwacht kom je binnen weer in een laatgotisch bouwwerk terecht, waarvan de voltooiing pas begin 17e eeuw plaatsvond. Hoewel er meer dan een eeuw gebouwd werd biedt het binnenwerk van de Saint-Gervais een zeer homogeen aanzicht. Het middenschip van de drie-schepige basiliek met dwarsbeuk en diep terugwijkend koor, vertoont een fraai sterrenpatroon in de ribbengewelven. De hoogte culmineert op 25 meter en heeft twee niveaus, zoals in de meeste renaissancekerken van Parijs. De breedte is slechts acht meter en richt als het ware je blik naar boven, naar de lucht. Het is een oproep om naar boven te kijken daar waar Christus is gezeten, aan de rechterhand van God.

 

De kerk is voorzien van de mooiste glas-in-loodramen


Alle zijkapellen zijn voorzien van de mooiste glas-in-lood-ramen, schilderijen en beelden. Het glasraam ‘De wijsheid van Salomo is een van de mooiste ramen uit de renaissance in Parijs. De staat van conservering van dit glas-in-loodraam, gemaakt in 1531, is zo uitzonderlijk dat experts uit de 20e eeuw originele stukken hebben genomen als voorbeeld voor restauraties uit de 19e eeuw. Het glas in lood is van een zeer hoog technisch niveau maar ook de snijtechnieken uit die tijd.  De maker, die lange tijd onbekend bleef, had de bijnaam de Meester van Montmorency in dienst van Anne de Montmorency, Hertog van Montmorency. Later bleek het te gaan om Jean Chastellain. Hij maakte glas-in-loodramen voor de kerk van Saint-Germain-l'Auxerrois, de kerk van Saint-Étienne-du-Mont in Parijs en het Château de Chantilly.


Het glasraam ‘De wijsheid van Salomo is een van de mooiste ramen uit de renaissance in Parijs



 De staat van conservering van dit glas-in-loodraam, gemaakt in 1531 is ongekend

De bovenste ramen zijn van de 21ste eeuw, gemaakt door Claude Courageux en Sylvie Gaudin, en illustreren het verhaal van Adam en Eva, de ark van Noach, de patriarchen en hun echtgenoten.



 

Achter het koor ligt de prachtige kapel van de Heilige Maagd met een sluitsteen die versierd is met rijke arabesken. De kapel werd voltooid in 1517. De drie ramen zijn eveneens van de hand van Jean Chastelain en beelden drie scenes uit het leven van Maria uit. Een van de kostbaarste schatten van de kerk is een laatgotische madonna aan de noordoostelijke pijler van de kruising. De andere kerkschat is de ‘Chapelle Doree’ of de gouden kapel.


De prachtige kapel van de Heilige Maagd

 

Deze kapel werd in 1627 door het kerkbestuur geschonken aan Antoine Goussault en zijn vrouw Geneviève Fayet, beiden jarenlang welgestelde parochianen. Deze kapel bevindt zich aan het einde van de huidige Sainte-Anne-kapel. Onder de kapel doet een kelder dienst als begraafplaats voor de familie Goussault. De ingang onderscheidt zich door een elegant houtwerk in lichte banen gevormd door fijne balusters, bekleed met geschilderde luiken en bekroond door een opengewerkte kroonlijst. De decoratie omvat een altaar waarvan de bekleding is versierd met een dode Christus, met daarboven een altaarstuk voorstellende Christus op de Olijfberg, toegeschreven aan Claude Vignon. De muren en de gewelven van het plafond vertegenwoordigen 21 scènes uit de passie en opstanding van Christus, toegeschreven aan Jean de Saint-Igny. De rest van de lambrisering is versierd met koppen van cherubijnen en decoratieve motieven: figuren van Christus en Maria, instrumenten van passie, boeketten, palmetten, etc. De kapel is alleen te bezoeken tijdens monumentendagen. De eerstvolgende gelegenheid vindt plaats op zondag 20 september 2020 vanaf 14.00 uur in groepen van zes personen.

 


De Chapelle Dorée 

Chapelle Dorée

De kerk, geclassificeerd als een historisch monument, werd voor de eerste keer gerestaureerd onder leiding van de architect Baltard tussen 1827 en 1844 en een tweede maal tussen 1863 en 1869. Toen zijn met name de zijkapellen en de gebrandschilderde ramen hersteld. Op 29 maart 1918 viel er een Duitse granaat, afgevuurd door Parijs geschut, op het dak van de kerk op het moment dat de Goede Vrijdagdienst plaatsvond. 92 personen vonden de dood en 68 raakten gewond. Na de herstelling van het ingestorte dak vonden er werken plaats in 1957 en meer recent in 2013.

 

De muren en de gewelven van het plafond van de Chapelle Dorée vertegenwoordigen 21 scènes uit de passie en opstanding van Christus


Op 6 februari 2020 maakte de stad Parijs bekend dat de kerk met een budget van 6,6 miljoen euro opnieuw zal worden gerestaureerd. De drie jaar durende restauratie omvat de klokkentoren en het noordelijke trancept, de zijarm tussen koor en schip. Door het slechte weer en vervuiling laten verschillende stenen los. Roestige metalen staven, heel normaal in die tijd, doen de stenen opzwellen en afbrokkelen. Zo’n 150 m³ stenen moeten worden vervangen en al het staal wordt vervangen door roestvrij staat. De vijf klokken worden opnieuw schoongemaakt en gepolijst. Het 17e eeuwse houten frame van het transept wordt hersteld evenals de afbrokkelende waterspuwers. Aan de noordkant worden de drie 18e-eeuwse glas-in-loodramen verwijderd en gerestaureerd door Les Ateliers Coureux.



 Nog een detail uit de rijk gedecoreerde Chapelle Dorée

In 1975 werd de parochie door kardinaal Marty toevertrouwd aan de zorg van Pierre-Marie Delfieux, teneinde er een Monastieke Gemeenschap van Jeruzalem te stichten. Vandaag de dag zijn er 7 broeders en 15 zusters verbonden aan het klooster behorend tot de kerk. Frère Grégoire is de huidige prieur van de Fraternité des Frères.

 

De rue des Barres met links de kerk


Begin je bezoek aan de kerk aan de zijde van de Seine in een van de mooiste straatjes van Parijs, de rue des Barres, schuin tegenover het café-restaurant Louis Phillipe. Let ook op het vakwerkhuis op de hoek van de rue Grenier sur l’eau  waarschijnlijk afkomstig uit de 14e eeuw. Het hout aan de buitenkant is duidelijk te zien ondanks het feit dat toentertijd verboden was vanwege het brandgevaar. Tegenover dit straatje ligt de zijingang naar de kerk. 

Fotografie: Ferry van der Vliet, Wikimedia, Territoires et patrimoine © Jean-Francois Rémy