Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

maandag 24 maart 2014

PARIS BY BIKE, MAAR DAN OP Z'N NEDERLANDS

De afgelopen zes jaar heeft het stadhuis van Parijs, onder leiding van burgemeester Bertrand Delanoë, gigantische investeringen gedaan om Parijs 'duurzamer' te maken. Zo is er inmiddels al zo'n 371 kilometer fietspad aangelegd, (doelstelling 2020: 700 kilometer) zijn er meer dan 1450 Vélib fietsstations gebouwd, rijden er inmiddels 20.000 van deze fietsen rond en worden er per dag zo'n 110.000 ritten geregistreerd. 245.000 Mensen hebben inmiddels een abonnement om gebruik te kunnen maken van de Vélib. De fietspaden lopen niet allemaal langs de boulevards, maar brengen u juist naar de meest uiteenlopende verrassende, schilderachtige, stille of landelijke plekjes van Parijs.  Het is inmiddels dan ook goed te doen om Parijs per fiets te verkennen. Vòòr 2007 stond fietsen in Parijs bijna gelijk aan zelfmoord. Oud en jong, toerist en ambtenaar wagen zich nu op de fiets. En dat is dan ook geen wonder, want de stad met zijn 2.3 miljoen inwoners (binnen de ringweg) en 28,9 miljoen toeristen per jaar slibt bijna dicht.

Fietstours in Parijs anno 1910

Nu kan ik mij indenken dat, als u nog nooit gefietst heeft in Parijs. Maar als je kunt fietsen in Amsterdam dan kun je het zeker in Parijs, is het motto van een Nederlands cabaretière  die in 2011 haar theaterambities aan de wilgen hing. Het bleek uiteindelijk niet haar gekoesterde droom. Tja, en wat dan. Dit is de start van een mooi oer-Nederlands succesverhaal. Sinds april 2012 heeft de nu 27 jarige Yvonne America haar eigen fietstour bedrijfje Paris By Bike, maar dan met een Nederlands tintje. Heel slim en low cost liet Yvonne in 2012 haar oog vallen op een leegstaand fietsenrek in hartje Parijs, de Rue Greneta midden in het 2e arrondissement. Haar vader werd gecharterd om 30 fietsen over te brengen naar Parijs. Een fraaie website en een mobiele telefoon en Yvonne kon van start. Door haar lage bedrijfskosten en door zelf hard mee te werken is zij in staat om een complete tour door Parijs aan te bieden van 10.30 uur tot 14.00 uur voor slechts € 29 per persoon. Je hebt de keuze uit de 'Highlight Tour' of de 'Paris Off Road Tour'.

Fietstours in Parijs anno 2014

De Highlight Tour spreekt natuurlijk voor zich zelf. Deze ‘klassieke’ tocht combineert de beroemde bezienswaardigheden met minder bekende plekken in de Parijse binnenstad. Via pittoreske straatjes fiets je o.a. langs de volgende bezienswaardigheden: De tuinen van het Palais Royal, het Louvre met de Tuileries, Saint Germain des Prés en het Quartier Latin. de beide Seine eilanden; Ile de la Cité en het Ile St-Louis. Verder naar de Marais, de prachtige Joods-historische wijk die bekend staat om zijn bijzondere boetiekjes en de wereldbekende falafel eettentjes in de joodse buurt. Voor een tussentijdse lunch neemt de gids je mee naar de mooiste overdekte markt van Parijs. Hier kun je bij de lekkerste traiteurs je lunch kopen. Van een smeuïge couscous tot een goed gevulde crêpe, er staan allerlei kraampjes met lekkernijen, waarna je samen gaat eten op een terras of in het parkje, afhankelijk van het weer.

Met originele oer-Hollandse omafietsen door Parijs

Ben je al vaker in Parijs geweest dan adviseer ik je de Paris Off Road Tour aan. De ideale route voor avonturiers die verder willen kijken dan de toeristische trekpleisters. Voor € 32 per persoon ga je op ontdekking in de wijken die een heel andere kant van de stad laten zien. Exotische winkelstraten, verborgen passages, idyllische oases en vergeten restanten uit de Romeinse tijd. Je maakt kennis met het noord-oostelijke deel en de wat meer etnische kant van Parijs is. Via een van de mooiste pleinen in Parijs, de Place des Vosges fiets je door het Quartier Saint Denis en het bijzondere Little India. Je maakt kennis met het fraaie sluizencomplex van het Canal St Martin. Na plus minus een uur fietsen wordt er gestopt voor een kleine pauze in het Parc Buttes Chaumont voor een wandeling naar de prachtige pagode met een spectaculair uitzicht over Montmartre, om daarna te genieten van een heerlijk glas rosé of fris, op het terras van het Parijse café Rosa Bonheur. Natuurlijk wordt de Place de la République, Belleville niet vergeten. Op de terugweg nog een juweeltje namelijk het verborgen Village St Paul in de Marais.

Met de Nederlandse Yvonne America langs bekend en onbekend Parijs

Aan de jonge kinderen is ook gedacht: op verzoek installeren ze bij Paris By Bike gekeurde kinderzitjes, zodat kinderen van 1 tot 7 jaar veilig mee kunnen. Kinderen vanaf 9 jaar mogen zelfstandig mee fietsen. Naast deze twee tours biedt Paris By Bike ook tours op maat aan. Een unieke tour afgestemd op jouw gelegenheid, bijvoorbeeld een weekend Parijs met de studentenvereniging, een vrijgezellenfeest. Dan ga je met de gids mee op kroegentocht op vrijdagavond. Natuurlijk wordt er ook aan de 'Ladies' gedacht. Wat dacht je van een 'Shop Until You Drop tour. Of voor de gourmands onder ons een speciale 'Food Tour'. Natuurlijk kun je in overleg met Yvonne ook je eigen tour samenstellen.

De tours van Paris By Bike vertrekken 6 dagen per week (dinsdag tot en met zondag) vanaf Rue Greneta 23 in het 2e arrondissement. Metro Réaumur Sebastopol. Op maandag zijn zij gesloten. Reserveren kan via de website of mail of bel direct met Yvonne America voor informatie of om je plekje te reserveren: info@parisbybike.eu of 0033-6-52054227

Voor de echte fietsers onder ons, ik moet bekennen meer het type wandelaar te zijn, zijn er een tweetal leuke Parijse fietsboekjes die ik zeker kan aanbevelen: 'Parijs per fiets'; fietstochten door Parijs voor de echte liefhebber door Joke Radius. Een handig boekje met fietsroutes voorzien van duidelijke Michelin routekaartjes en interessante toeristische tips. Een zeer handzaam boekje juist voor op de fiets. Dit boekje kunt u rechtstreeks bestellen op de website van fietsenparijs nl € 19,90


'Fietsen en wandelen in Parijs' door Hugo Rosseels, met 5 originele fietsroutes voorzien van vele foto's. (ISBN 9789490783150). 

dinsdag 18 maart 2014

DE EIFFELTOREN IN EEN NIEUW JASJE

In mijn blog van maandag 14 maart 2014 verwonderde ik mij over het feit dat er geen aandacht wordt besteed aan het 125 jarig jubileum van de Eiffeltoren op 31 maart aanstaande. Na contact met het SETE, de  Societe d'Exploitation de la Tour Eiffel, of wel de beheerders van de Eiffeltoren, is het mij keurig uitgelegd. Al meer dan drie jaar is men bezig met de renovatie van de eerste etage op 57 meter hoogte. 5.420 m² groot en daarvan gaat 4.586 m² volledig op de schop.

De laatste renovatie van de eerste etage was alweer 30 jaar geleden en de sterk verouderde paviljoens waren dringend aan vernieuwing toe, om de gemiddeld 7 miljoen toeristen per jaar te kunnen verwerken. Per dag zijn dat er meer dan 20.000. Een van de grote paradoxen van de Eiffeltoren is, dat na onderzoek bleek, dat de eerste etage het minst bezocht werd. Na deze 25 miljoen kostende renovatie moet de eerste etage hèt begin- en eindpunt zijn van een bezoek aan de Eiffeltoren. Met state-of-the-art belevingsruimtes voor ontvangsten, conferenties, winkels, restaurants en nog veel meer. Belangrijk is ook dat de Eiffeltoren beter toegankelijk moest worden gemaakt voor gehandicapten.

De totaal vernieuwde eerste etage naar een ontwerp van Moatti Rivière architecten - Photo Moatti Rivière architecten

Als eerste werd het oude Gustave Eiffel Paviljoen volledig afgebroken en opnieuw opgebouwd, en vervolgens getransformeerd tot een representatieve ontvangst- en conferentieruimte, receptie en kantoren. Met het nieuwe Ferrié paviljoen beschikt de Eiffeltoren over een modern recreatiegebied voor haar bezoekers met winkels, restaurants, en ontspanningruimtes. De wachtruimten bij de vier liften op de hoekpunten zijn allemaal overdekt en bieden beschutting aan de wachtende toeristen.

Maar het mooiste is wel het hart van de eerste verdieping; weer een volledig open ruimte. Het traliewerk is aan vier zijden vervangen door glas, maar ook een deel van de vloer, waardoor je als het ware lijkt te zweven op 57 meter hoogte. Vanuit het centrum heb je een prachtig zicht op de machtige vier pijlers die de verbinding vormen met de 58 meter hoger gelegen tweede etage. De paviljoens koesteren de helling van de Eiffeltoren. De volumes worden als het ware opgenomen in de diepten en de kromming van de vier pijlers. De eerste verdieping van de Eiffeltoren behoort tot de stad, maar de tweede en derde verdieping behoren tot de hemel, aldus de Italiaanse architect Alain Moatti, verantwoordelijk voor deze kostbare transformatie.

De nieuwe paviljoens worden als het ware opgenomen in de diepten en de kromming van de pijlers - Photo Moatti Rivière architecten

De eerste etage wordt een wandeling langs de 125 jarige geschiedenis van Eiffeltoren door middel van aanraakschermen, vitrines, foto's en kiosken vol met bijzondere souvenirs. Het paviljoen Ferrié krijgt een vloer en muurprojectie, waar u als het ware wordt ondergedompeld in de rijke historie van deze 'IJzeren Dame'. Het Paviljoen heeft twee verdiepingen met een buitentrap, (net als in de tijd van Eiffel), die toegang geeft tot twee externe overdekte galerijen, onderling verbonden door middel van een zwevende brug. Transparantie is het toverwoord waardoor u, dankzij gigantische glaspartijen, oog blijft houden op de stad. De nieuwe zeer energiezuinige verlichting overdag en 's avonds geven een extra dimensie aan het bezoek van de totaal vernieuwde eerste etage.

Transparantie is het toverwoord waardoor u, dankzij gigantische glaspartijen, oog blijft houden op de stad- Photo Moatti Rivière architecten

Verder is er veel aandacht voor het milieu. SETE heeft zichzelf als doel gesteld om het energieverbruik terug te brengen met bijna een derde, door gebruik te maken van zonnepanelen, windmolens en led verlichting. Tevens wordt het regenwater opgevangen en hergebruikt.

De renovatie is onderdeel van een continu proces. De eerste etage heeft al diverse verbouwingen achter de rug, zoals in 1937, 1980 en nu in 2014. Verder wordt de Eiffeltoren om de zeven jaar voorzien van een nieuwe verflaag. De toren is nog steeds eigendom van de stad Parijs en een absolute geldmachine. 2012 was een topjaar met een omzet van 66,5 miljoen euro. Op 24 juni 1964 is de Eiffeltoren aangemerkt als historisch monument en sinds 1991 werelderfgoed volgens de UNESCO. Het einde van dit renovatieproject, uitgevoerd door Moatti Rivière architecten en Vincy bouwbedrijven, is bijna in zicht. De planning ligt nu op eind juni 2014. Mijns inziens is het dan tijd voor een feestje en te eindigen met de woorden van Ernest Hemingway: "Als je zo gelukkig bent om als jongeman in Parijs gewoond te hebben, dan blijft dat je bij, waar je in je leven ook naar toe gaat, want Parijs is een doorlopend feest"

De oplevering wordt verwacht einde zomer 2014 - Photo Moatti Rivière architecten

Tip 1: bestel je kaarten altijd vooraf via het internet. Je kunt zelf een keuze maken voor datum en tijd die jou het beste uitkomt. Wacht niet tot de laatste dag, maar bestel zo vroeg mogelijk. Het voorkomt teleurstelling en lange wachtrijen.

Tip 2: U kunt een kijkje nemen achter de schermen van dit indrukwekkende monument. Uw tweetalige gids (Engels en Frans) onthult de geheimen en de geschiedenis van de IJzeren Dame. Wist u dat de kelder van het Champs de Mars een geheime bunker bevat? U krijgt de gelegenheid om een kijkje te nemen in deze bunker, maar ook een blik achter de coulissen, in de indrukwekkende machinekamer en de controlekamer van de liften. Ceetiz Paris organiseert deze bijzondere tour voor slechts € 22,90 per persoon inclusief de entree tot de 2e etage.

Het traliewerk in het hart van de eerste etage is aan vier zijden vervangen door glas, maar ook een deel van de vloer, waardoor je als het ware lijkt te zweven op 57 meter hoogte.

Artist impressions: Courtesy of Moatti-Rivièrearchitects

Paris FvdV likes to express special thanks to Société d’exploitation de la Tour Eiffel (SETE), Mrs. Alice Beunardeau.

maandag 10 maart 2014

125 JAAR TOUR EIFFEL

Op 31 maart 2014 is het 125 jaar geleden dat de Eiffeltoren in gebruik werd genomen. Dan denk je, daar zullen ze in Parijs wel heel veel aandacht aan schenken. Maar niets is minder waar; zelfs op de website van de Eiffeltoren wordt aan dit bijzondere feit geen aandacht besteed. Voor uw Parijs blogger de ultieme reden om een aantal wetenswaardigheden met u te delen.

Allereerst, de Eiffeltoren is helemaal niet het idee van Gustave Eiffel. Het waren de twee hoofdingenieurs van Eiffel en Cie; Maurice Kœchlin en Emile Nouguier, die met een stoutmoedig plan kwamen voor de bouw van een metalen toren van 300 meter, gelijk aan het symbolische getal van duizend voet. In 1884 werd er al gewerkt aan plannen voor een groots monument voor de wereldtentoonstelling van 1889, dat het eeuwfeest van de Franse revolutie van 1789 moet markeren. Gustave Eiffel was in die tijd eigenaar van Eiffel en Cie, en was een van de weinige constructeurs die het principe van het bouwen van stalen constructies onder de knie had. Op 18 september 1884 kwam het patent voor de toren, nr. 164364, op naam te staan van Eiffel, Kœchlin en Nouguier, bij het Institut National de Propriété Industrielle.

'La Grande Dame' gezien vanaf de rue de Piat, Belleville

De op 15 december 1832 in Dijon geboren Eiffel, studeerde in Parijs aan de École centrale des Arts et Manufactures, met als hoofdvak scheikunde, waarin hij op 23 jarige leeftijd afstudeert. Door zijn werk bij onder andere de Compagnie des Chemins de Fer de l'Ouest en de Compagnie Belge de Matériels de Chemin de Fer, doet hij ervaring op in het bouwen van bruggen, stations en metalen skeletbouw. Eiffel blijkt niet alleen een briljant ingenieur te zijn, maar ook iemand met een uitgesproken gevoel voor commercie. In ruil voor een procent van de totale bouwkosten kocht Eiffel het exclusieve eigendomsrecht van het patent van zijn twee hoofdingenieurs. In januari 1887 tekende Gustave Eiffel een overeenkomst met de Franse overheid, waardoor hij een vergunning kreeg om gedurende twintig jaar de toren onder eigen naam te exploiteren, plus een subsidie van 1,5 miljoen Franse Franc. De overige gelden voor de 7,8 miljoen Franse franc, die benodigd waren voor de bouw van de toren, betaalde hij voor de helft uit eigen vermogen en de andere helft werd geleend bij drie banken.

Enkele dagen later, op 26 januari 1887, ging de eerste schop de grond in. Het duurde slechts zes maanden om de funderingen te bouwen en 21 maanden, om de geprefabriceerde metalen delen op zijn plaats te brengen. De fabriek van Eiffel, in Levallois Perret, fabriceerde onder leiding van 40 ingenieurs en tekenaars, de 18.038 metalen onderdelen waaruit de toren bestond. Het metaal werd geleverd door de ijzerfabriek van Dupont et Fould uit Pompey in de provincie Meurthe et Moselle. Alle metalen onderdelen werden op de tiende millimeter nauwkeurig voorgeponst met klinknagelgaten, zodat ze op locatie aan elkaar konden worden bevestigd met klinknagels, eveneens uit eigen fabriek.

Room with a view, avenue de la Bourdonnais

2,5 Miljoen klinknagels waren nodig voor de bouw van de Eiffeltoren. Alleen al voor het monteren van de klinknagels was een team van vier man nodig. Een om ze roodgloeiend te verhitten, twee om ze bij de voorgevormde kop in de gaten te plaatsen en te houden en de vierde om de klinknagel aan de achterzijde plat te slaan. Als de verhitte klinknagels afkoelden krompen ze en trokken zo de onderdelen strak tegen elkaar. De eerste verdieping werd bereikt op 7 december 1887, de tweede op 15 augustus 1888 en de toren werd voltooid op 31 maart 1889. Tijdens de wereldtentoonstelling van 1889 werd de toren bezocht door 2 miljoen mensen en de kosten van de bouw werden al tijdens de tentoonstelling zelf terugverdiend. Eiffel, toen 57 jaar was op slag multi-miljonair. Om te voorkomen dat de Eiffeltoren zou worden afgebroken in 1910, wanneer zijn huurovereenkomst afliep, begon Eiffel met allerlei natuurkundige experimenten. De toren fungeerde al als meteorologisch waarnemingsstation en werd 10 jaar later gebruikt voor militaire toepassingen op het gebied van draadloze telegrafie. Met de installatie van een permanent radiostation in 1906 werd het voortbestaan van de toren bezegeld. Op 1 januari 1910 werd de huurovereenkomst met Eiffel verlengd met 66 jaar. ( Bron: La Tour de trois cents Mètres par Gustave Eiffel, 1900)

Ook na zijn dood op 27 december 1923 blijft de Eiffeltoren een absolute 'money maker'. Niet alleen vanwege de bijna 7 miljoen bezoekers per jaar. Ruim een op de vier toeristen brengt een bezoek aan de Eiffeltoren en Parijs trekt jaarlijks zo'n 27 miljoen toeristen (Bron: Mairie de Paris)

Een volgend feit. Op 14 februari 1887 wordt een open brief gepubliceerd in de Franse krant, Le Temps: "Wij, schrijvers, schilders, beeldhouwers, architecten, liefhebbers, van de schoonheid onze stad Parijs, protesteren met al onze kracht, uit naam van de miskende Franse smaak en uit naam van de Franse kunst en geschiedenis, tegen de  bouw in het hart van onze hoofdstad van deze nutteloze en monsterlijke Eiffeltoren, een aantasting van onze goede smaak en nu reeds omgedoopt tot Toren van Babel. Was getekend Guy de Maupassant, Sully Prudhomme, De Graaf van Lisle, Paul Verlaine, en Alexandre Dumas. De dichter Guy de Maupassant vond het gezicht op de Eiffeltoren zo erg dat hij altijd in het Restaurant Jules Verne op de tweede verdieping at. “De enige plek in de stad waar hij het ding niet hoefde te zien”. 

Nog een feitje: In 2011 presenteerde de Franse dochtermaatschappij van de Grontmij, Ginger, een plan om de Eiffeltoren in 2016 te transformeren tot de grootste boom ter wereld. Volgens de Franse krant Le Figaro was het de bedoeling om de 'Ijzeren Dame' te behangen met 600.000 planten. Voor het bekleden van de toren werd ruim zes maanden uitgetrokken. De benodigde planten zouden worden geteeld op kwekerijen rond Parijs om de planten rond de toren in netten van hennep te koppelen aan de structuur. De irrigatie zou gaan plaats vinden middels een netwerk van een state-of-the-art irrigatiesysteem van 12 ton rubberen slangen. De 324 meter hoge toren zou 378 ton extra gewicht moeten torsen. Belangrijk voordeel; deze long van Parijs zou zo'n  3,6 ton CO2 meer absorberen dan hij uitstoot. De lampen die in 2002 'waren vernieuwd zouden door de blaadjes heen schijnen. De kosten werden geraamd op 72 miljoen euro waarvoor overigens niet de Parijzenaars voor zouden opdraaien, maar private investeerders. Net als in de 19e eeuw werd ook nu weer een nieuw plan voor de Eiffeltoren door de Parijzenaars met afschuw bekeken. Over dit bijzondere plan hoor je inmiddels niemand meer.

'Een toevallige ontmoeting'; rue de l’Amiral d’Estaing

Een holle kandelaar, een trap naar de eeuwigheid, de toren van Babel of volière van de wereld: Hèt symbool van Parijs. In de 125 jaar van zijn bestaan verguisd en verheerlijkt. Parijzenaars begroeten overigens elk nieuw monumentaal werk in hun stad met een mengeling van afgrijzen, kritiek en ontsteltenis die een paar jaar duurt, waarna het een dierbaar nationaal symbool wordt. De Eiffeltoren is daarvan inmiddels een perfect voorbeeld. De toren is nu een onmisbaar onderdeel van de Parijse skyline. Middelpunt van ontelbare foto’s en schilderijen en de rode draad in even zo vele chansons. Het icoon van Parijs en het meest herkenbare gebouw van de wereld, zelfs voor mensen die de toren nog nooit in het echt hebben gezien.

U kent natuurlijk allemaal het fantastische uitzicht dat je hebt op de Eiffeltoren vanaf de esplanade du  Trocadéro, het plein voor het Palais de Chaillot. Hoe vaak voerde ik niet 'mes amours' met de ogen dicht naar de trappen van het Trocadéro om ze pas te laten openen bovenaan de esplanade. Elke keer succes verzekerd. Daarom neem ik u mee naar nog een aantal van diezelfde wow-momentjes, waar je al wandelend, totaal niets vermoedend, wordt geconfronteerd met deze imposante 'IJzeren Dame'.

De 'IJzeren Dame' vanuit de rue Saint Dominique

Toevallige ontmoetingen
Ik was op weg naar het 16e arrondissement voor een bezoek aan het 'palazzo' van de puissant rijke erfgename van de Markies de Sade: Madame La Vicontesse de Noailles. Tot 1971 was dit dè 'Place to Be'; trefplaats voor intellectueel Parijs, de Beau Monde, bestaande uit cineasten, kunstschilders, schrijvers en musici. De plek bij uitstek voor het Musée Baccarat dat in 2003 verhuisde vanuit de rue de Paradis naar dit schitterend gelegen herenhuis aan de place des Etats-Unis. De Franse designer en binnenhuisarchitect Philippe Starck kreeg in 2003 carte blanche voor de inrichting van het museum. (Meer informatie over dit museum, zie mijn blog van 10 mei 2011 - klik hier)
Links van het Musée Baccarat aan het einde van de place des Etats-Unis en dan weer links in de rue de l’Amiral d’Estaing wordt u plotseling geconfronteerd met een overweldigend uitzicht op die prachtige ijzeren constructie uit 1889.

Avenue du Président Wilson

Het 16e arrondissement kent meer van dit soort wow-momentjes Dit arrondissement van Parijs ligt als het ware gedrapeerd langs de Seine en wordt weer geflankeerd door het Bois de Boulogne. Het is een van de groenste arrondissementen van de hoofdstad. Een prachtige buurt voor wandelaars, die houden van serieuze hoogteverschillen, lanen en mooie straatjes, bezaaid met schitterende art-deco bouwwerken van rond 1900. De welstand in dit chique arrondissement is niet alleen voelbaar, maar ook duidelijk zichtbaar. Geen wonder dat verschillende musea hier zijn ondergebracht in diverse paleizen, zoals het Musée d'Art Moderne de la Ville de Paris, ondergebracht in de oostelijke vleugel van het Palais de Tokyo gebouwd in 1937 voor de Exposition Internationale des Arts et Techniques. Aan de overkant, van de avenue du Président Wilson kon men kon geen mooiere plek vinden om eind 19de eeuw een, in Italiaans renaissancestijl, paleisje neer te zetten: het Palais Galliera. De hertog van Galliera was een partner bij de firma Thome & Cie, werkzaam in stedelijke planning, en bezat een groot perceel in een van de mooiste wijken van Parijs. Na zijn dood in 1876, werd zijn vrouw, Marie Brignole-Sale de Ferrari, de Duchesse de Galliera, erfgenaam van zijn immense fortuin. De hertogin besloot dat ze de grond wilde gebruiken om een museum te bouwen, op haar kosten, als onderkomen voor haar kunstcollectie. Sinds 1977 is in het Palais Galliera het Musée de la Mode de la Ville de Paris gevestigd. Schuin aan de overkant net even voorbij het Palais de Tokyo, bij de rue de la Manutention, het volgende 'Jaw Dropping Moment', Uw mond valt open van verbazing.

Een doorkijkje vanuit de rue de l'Université

Wat je in het 7e arrondissement zeker niet kunt missen is de Eiffeltoren. Zoals ik al eerder schreef, zullen de meeste bezoekers van Parijs de toren bewonderen vanaf de esplanade de Trocadéro, maar hij is ook de moeite waard vanuit het einde van de tuinen van de Champs de Mars. Voor het gebouw van de de École Miltaire staat de muur van de vrede; de Mur de la Paix. Het 9 meter hoge monument, opgebouwd uit glas, hout en staal is gebouwd in 2000. Het monument wordt omringd door 32 stalen kolommen waarin in 32 talen het woord vrede is gegrift. Vanuit hier heeft u weer een totaal ander uitzicht op de Eiffeltoren. Jammer is dat dit bijzondere vredesmonument zo slecht wordt onderhouden. Voor twee andere onverwachte ontmoetingen met de 'IJzeren Dame' neem ik u mee naar de tuinen van het musée du quai Branly. De architectuurstempel op de stad Parijs, gezet door Jacques Chirac en Jean Nouvel. Het museum brengt de collecties van het musée de l'Homme en het musée des Arts d'Afrique et d'Océanie samen. Aan de kant van de Seine moet je zeker gaan kijken naar de verticale plantenmuur, een schepping van Patrick Blanc. Aan de achterzijde in de tuin heeft u een prachtig doorkijkje op de Eiffeltoren, maar voor het echte wow-moment verlaat u de tuin aan de achterzijde bij de poort aan de rue de l'Université, dan rechtsaf tot u bij de avenue de la Bourdonnais komt. Kijk eens tussen de gebouwen door, aan de overzijde,  in het verlengde van de rue de l'Université...... WOW, meer hoef ik niet te zeggen.

Het mooiste maar ook het duurste uitzicht op de Eiffeltoren heb je vanuit de 'Eiffel Premier Rooms' in het chique vijfsterren hotel Shangri-La, gevestigd aan de avenue d'Iéna.  Prijzen vanaf € 1000 per nacht.


Nog enkele wetenswaardigheden over de Eiffeltoren: De officiële opening vond plaats op 31 maart 1889. Tot 1929 was 'zij', het hoogste gebouw in de wereld. Totaal gewicht 10.100 ton, hoogte eerste platform op 57 meter, het tweede platform op 115 meter en het derde platform op 276 meter. Omhoog en omlaag kun je door middel van vijf liften of met de trap, 1656 treden. De toren wordt van binnenuit verlicht door 336 Philips lichtprojectoren (1000W, 400W, 150W) en geven de toren zijn gouden glans. 20.000 kleine lampjes zorgen sinds 31 december 2000 voor het ''sparkling'' effect, dat te zien is op elk heel uur. Jaarlijks verbruik zo'n 680.000 kWh. Elke zeven jaar wordt de toren door 25 schilders, opnieuw in de verf gezet. De toren is inmiddels 19 keer geschilderd. Iedere verfbeurt duurt 15 tot 18 maanden en verbruikt 60 ton aan verf. De volgende verfbeurt is gepland in 2015 en 2016. Alain Ducasse zwaait de scepter in de keuken van het befaamde restaurant Jules Verne op de tweede etage. Hier is reserveren een Must! Op 31 maart 2014 bestaat de Eiffeltoren 125 jaar. Reden genoeg voor een 'feestje'.

dinsdag 4 maart 2014

VAN JAURÈS NAAR CLICHY; EEN WANDELING LANGS METROLIJN 2

Deze wandeling wilde ik al heel lang doen. Het volgen van metrolijn 2, een van de eerste metrolijnen van Parijs, die loopt langs de oude boulevards aan de noordkant. Deze metrolijn is 12,3 kilometer lang en loopt van Porte Dauphine naar Nation. Het eerste gedeelte van Etoile naar Dauphine werd geopend op 12 december 1900. Net na de 'Exposition Universelle' van 1900, die werd gehouden in Parijs, ter viering van alles wat in de afgelopen eeuw was bereikt, en om de ontwikkeling in de volgende eeuw te promoten. De jugendstil / art-nouveau was volop aanwezig op deze tentoonstelling, die duurde van 15 april tot 12 november 1900. Een aantal van de meest bekende bouwwerken in Parijs werden speciaal gebouwd voor deze tentoonstelling, waaronder het Station Paris Lyon, Station Musée d'Orsay, de Pont Alexandre-III, het Grand en Petit Palais en La Ruche. (De Eiffeltoren werd tussen 1887 en 1889 gebouwd ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1889) Tijdens de 'Exposition Universelle' van 1900 werd de eerste lijn van de 'Métro de Parijs' in gebruik genomen. Lijn 1, geopend op 19 juli 1900, 10,3 kilometer lang en die liep geheel ondergronds van Vincennes naar Maillot. Het project stond onder leiding van ingenieur Fulgence Bienvenue, die later geëerd is met een metrostation: Montparnasse-Bienvenue.
De uitbreiding met lijn 2 volgde snel daarna. Op 7 oktober 1902 de verlenging naar Anvers, aan de oude boulevard Rochechouart en vervolgens 4 stations bovengronds richting Bagnolet dat in 1970 een nieuwe naam kreeg, namelijk Alexandre Dumas.

Mijn wandeling begint al meteen met een onverwacht doorkijkje op Montmartre

Al sinds 1900 speelt het design en de architectuur een belangrijke rol in het ontwerp van de Parijse metro. Wie kent niet de beroemde witte, vierzijdig afgeschuinde,  geglazuurde metro- tegels van zandsteen, die werden gefabriceerd door het bedrijf Boulenger in Choisy-le-Roi, Val-de-Marne? Of de prachtige art-nouveau, ingangen, ontworpen door Hector Guimard, gebouwd tussen 1900 en 1913, met hun smeedijzeren bogen en amberkleurige lampen, zoals die op de Place des  Abbesses, Porte Dauphine en Avenue Foch. De bijzondere smeedijzeren 'metro-totems' van Aldolphe Derveaux bij iedere ingang, vaak en helaas vervangen door de gele plastic uitziende "M". De typische Metropolitain typografie is ontworpen door de Fransman Georges Auriol.

De typische Metropolitain typografie is ontworpen door de Fransman Georges Auriol.

Het begon allemaal begin 1900 met de 'Compagnie du chemin de fer métropolitain de Paris' de CMP. In 1910 werd een nieuwe concessie uitgereikt aan de 'Société Berlier-Janicot ligne Nord-Sud' (lijn 12 Mairie d'Issy - Porte de la Chapelle). In 1949 - 1950 Het ontstaan van één vervoersmaatschappij voor de regio Parijs voor zowel metro als bus, de 'Régie autonome des transports parisiens', de RATP. Tot en met vandaag is de RATP verantwoordelijk voor heel het vervoer in de Parijse regio per metro, tram en bus. De RATP is weer een onderdeel van de STIF 'le Syndicat des transports d'Îlle-de-France'.

Wandeling
Zo genoeg geschiedenis. Mijn wandeling van oost naar west begint aan de noordkant bij het eerste bovengrondse station Jaurès genoemd, naar Jean Léon Jaurès, de leider van de Franse socialisten. De oude naam van het station rue d'Allemagne werd veranderd in Jaurès, nadat de vijandelijkheden begonnen met de Duitsers naar aanleiding van de Eerste Wereldoorlog.

De bovengrondse stations naar een ontwerp van de Franse architect Jean Camilla Formigé

Wat meteen opvalt is het werkelijk prachtige ontwerp van deze bovengrondse stations, allemaal 75 meter lang en gebouwd hoog boven de grond, op grote neoklassieke ijzeren pilaren. Dit alles naar een ontwerp van de Franse architect Jean Camilla Formigé en verwezenlijkt door de werkplaatsen van J. Leclaire in Montreuil, die ook de opdracht kregen voor alle viaducten van metrolijn 6 en het viaduct van het station Austerlitz. Alle hoog boven de weg gelegen stations op mijn route: Jaurès, Stalingrad, La Chapelle en Barbès-Rochechouart, zijn aan de voorzijde en de achterzijde voorzien van glas met daaronder sierlijke bouwelementen voorzien van guirlandes en afbeeldingen van stoomtreinen en bijenkorven. Deze oplossing werd later te duur gevonden. Bij lijn 6, gebouwd tussen 1900 en 1909  werden de bovengrondse stations opgetrokken in tweekleurig baksteen.

La Rotonde de la Villette gezien vanaf het Basin de la Villette

We volgen nu gewoon de indrukwekkende viaducten langs de place de la Bataille de Stalingrad. Rechts ziet u een neoklassiek gebouw; de Rotonde de la Villette, een fraai rond stenen gebouw geïnspireerd door Palladio's Villa Rotonda in Vicenza. Dit was een van de vroegere tolhuizen van Parijs, gebouwd als onderdeel van het plan van Lodewijk XVI om alle goederen die de stad binnenkwamen te belasten. Het fraai gerestaureerde gebouw heeft een restaurant en een zonneterras aan het Basin de la Villette.

                                                  Onveranderd sinds 1903, het metrostation Stalingrad

We komen nu langs het metrostation Stalingrad op de grens tussen het 10e arrondissement en het 19e arrondissement. Het station dankt zijn naam aan de Slag om Stalingrad (augustus 1942 - februari 1943) tussen de Russen en de Duitsers, een van de bekendste veldslagen uit de wereldgeschiedenis. Het station werd geopend op 31 januari 1903 met als naam Rue d'Aubervilliers, een nabijgelegen straat. Op 5 november 1910 veranderde de naam in Aubervilliers-Boulevard de la Villette. In 1946, toen een deel van de Boulevard de la Villette de naam Place de la Bataille de Stalingrad kreeg, werd meteen de naam van het station veranderd in Stalingrad.

Boulevard de la Chapelle waar druk wordt gewerkt aan een 'nieuw' Parijs

We volgen de boulevard de la Villette die over gaat in de boulevard de La Chapelle en kruisen de indrukwekkende spoorlijnen van het enorme spooremplacement van La Gare de l'Est. De jongste telg van de grote Parijse stations, voltooid in 1850. Na diverse verbouwingen in 1895 en 1931 werd dit station qua oppervlakte het grootste station van Parijs, met bestemmingen naar het noordoosten van Frankrijk en Oost-Europa. Al jaren verkeert de boulevard de la Chapelle in verval (wat ook weer zijn charme heeft) maar dankzij grote renovatieprojecten, die onlangs zijn opgestart wordt deze buurt straks sterk verbeterd. Deze immigrantenwijk wordt voornamelijk bevolkt door Noord-Afrikanen.

Even voorbij het metrostation La Chapelle passeren wij aan de linkerzijde het prachtig vervallen Théâtre des Bouffes du Nord dat van 1974 tot 2011 vol energie werd beheerd door de Britse regisseur Peter Brook. In het theater zijn vaak topuitvoeringen van kamermuziek.

Théâtre des Bouffes du Nord met in het programma de reflectie van metrolijn 2

Het 10e arrondissement wordt gekleurd door de twee noordelijke stations. We kruisen nu het immense spooremplacement van het Gare Du Nord. Met ongeveer 180 miljoen reizigers per jaar is dit het drukste spoorwegstation van de SNCF (Chemin de Fer du Nord). Een ontwerp van architect Jacques Hittorff, en het werd gebouwd tussen mei 1861 en december 1865, maar het station werd al geopend in 1864. Gare du Nord is het eindpunt van de Thalys-treinen uit Amsterdam, Brussel,  Brussels Airport, Oostende en Keulen, de Eurostar uit Londen en de meeste treinen uit Noord-Frankrijk.

Het immense spooremplacement van het Gare Du Nord. Met ongeveer 180 miljoen reizigers per jaar is dit het drukste spoorwegstation van Parijs

Wij blijven de boulevard de la Chapelle volgen langs het Hopital Lariboisière gebouwd in 1854 en in 1975 geregistreerd als historisch monument. Het Lariboisière is een van de fraaiste 19e eeuwse ziekenhuizen die Parijs kent. Het is gebouwd in een U-vorm rondom een grote tuin. Na de grote cholera-epidemie in 1832 besloot men om een ziekenhuis voor de wijken op de rechteroever te bouwen. Het ziekenhuis is vernoemd naar de Comtesse Elisa de Lariboisière, die bepaalde dat haar fortuin na haar dood werd besteed aan de oprichting van een hospitaal. Zoals ieder ziekenhuis in Parijs is ook dit vrij te bezoeken. De ingang zit aan de rue Ambroise Paré 2, De kapel, waarin het graf van de naamgeefster is ondergebracht en de indrukwekkende binnenplaats, zijn zeker de moeite van een bezichtiging waard.  

Hopital Lariboisière gebouwd in 1854 en in 1975 geregistreerd als historisch monument.

Een stukje verderop zien we het laatste bovengrondse metrostation van lijn 2: Barbès Rouchechouart. We zitten nu aan de oostkant van Montmartre. Dit is de plek waar het Carraïbisch gebied en Afrika elkaar ontmoeten. De immigrantenwijk tussen de boulevard Barbès en de rue la Goutte d’Or. De metro wringt zich langs huizen, die hun beste tijd hebben gehad, richting Pigalle. Stipt om 8 uur 's morgens gaan de markten open op de rue Dejean met exotische producten uit Senegal, Haïti, Kameroen en Ghana en de boulevard de la Chapelle onder het verhoogde metrospoor. De stoepen staan vol dozen met etenswaren en eigenlijk heb je maar een paar dozen nodig om een winkel te beginnen. La Goutte d'Or prikkelt alle zintuigen. Het lawaai van de metro, denderend over de stalen bruggen op hun prachtige metershoge fundamenten, en het geroep van de marktlui vermengen zich met de geur van tabak en specerijen.

La Goutte d'Or; het lawaai van de metro, denderend over de stalen bruggen op hun prachtige metershoge fundamenten

De Goutte d'Or, gelegen in het 18e arrondissement, op de oostelijke helling van Montmartre, is een van de meest cosmopolitische wijken van Parijs. 50% van de bevolking is van vreemde oorsprong. 56 nationaliteiten mengen allerlei kleuren, accenten en gebaren dooreen, een Afrikaans, Aziatische en Europese smeltkroes. De wijk wordt afgebakend door de boulevard Barbès aan de westzijde, de boulevard de la Chapelle aan de zuidzijde, de rue Ordener aan de noordzijde, en de sporen van het Gare du Nord aan de oostzijde. Er wonen ongeveer 20.000 mensen in deze wijk. De naam, letterlijk de gouden druppel, is afkomstig van de kleur van de wijn van de wijngaarden die hier voorheen stonden. Klik hier voor een aparte wandeling door La Goutte d'or (Mijn advies is om dit op een zaterdagochtend te doen)

Le Louxor gebouwd in 1921

Neem op dit drukke kruispunt van de boulevard de Magenta, boulevard Barbès en de boulevard de Rochechouart, even de tijd om alle indrukken te verwerken. Allereerst het prachtige, veelkleurige gebouw op de hoek. Mede dankzij Bertrand Delanoë, burgemeester van Parijs is deze vooroorlogse bioscoop uit de jaren 1920 weer in ere hersteld, na jaren van leegstand en verwaarlozing. 'Le Louxor', geheel in Neo-Egyptische stijl gebouwd door architect Henri Zipcy, werd op 6 oktober 1921 geopend. Eigendom van een Joodse ondernemer Henry Silberberg, zoals bleek uit de oorspronkelijke plannen. In 1930 komt het in handen van de Pathe groep en wordt in 1954 nog eens geheel gerenoveerd. In 1981 geclassificeerd als historisch monument, maar toen zat de klad al in het bioscoopbezoek. Tussen 1983 en 1987 werden er een drietal dubieuze clubs in gevestigd maar werd uiteindelijk in 1987 gesloten. Jarenlang stond dit bijzondere monument te verpauperen, tot het in 2003 werd aangekocht door de gemeente Parijs, die er vervolgens zeven jaar over deed om het een herbestemming te geven en de daarvoor benodigde bouwvergunningen af te geven. De veelkleurige keramische mozaïeken gevel, het werk van ontwerper Amedee Tiberti, uitgevoerd door Gentil & Bourdet uit Billancourt, werd zorgvuldig gerestaureerd. Bloemmotieven, cobras en gevleugelde schijven uitgevoerd in de kleuren kobalt blauw, zwart en goud. De verbouwing duurde drie jaar en de bioscoop is in april 2013 opnieuw geopend. De zaal met twee balkons biedt plaats aan 1195 toeschouwers. Het is mede te danken aan de inspanningen van de vereniging “Les Amis du Louxor” dat dit prachtige gebouw weer zijn originele bestemming heeft teruggekregen.

Sinds 1948 gevestigd op de rand van La Goutte d'Or; Tati het goedkoopste warenhuis van Parijs

Schuin aan de overzijde ligt de eerste vestiging van het goedkoopste warenhuis van Parijs; Tati. Het gebouw is van net na de oorlog uit 1948. De eigenaar, Jules Ouaki, van deze Cash & Carry, was de eerste die op het idee kwam de prijzen aan de buitenkant van het gebouw te laten zien, om zo mensen met drempelvrees naar binnen te lokken. Ook was hij de bedenker van de zelfbediening voor kleding. De naam werd ontleend aan de voornaam van zijn moeder Tita, maar die naam bleek al te bestaan en daarom heeft hij de naam omgedraaid, Tita werd Tati. Veel Parijzenaars hebben een zwak voor Tati. Regelmatig duiken er in hippe kringen Tati-producten op die gedurende enige tijd helemaal in zijn. Je kunt er terecht voor kleding, schoenen, sieraden, parfum, cosmetica en huishoudelijke artikelen, maar ook voor trouwjurken, zowel gewone als papieren versies, die soms al voor €50,- verkocht worden. Het is er chaotisch en levendig. Tati bestaat nu zo'n 65 jaar en heeft meer dan 40 winkels in Frankrijk en een tweetal in het buitenland.  

Tussen Barbès Rochechouart en Anvers verdwijnt lin 2 weer onder de grond

We blijven de metrolijn 2 volgen tot halverwege de boulevard Rochechouart waar de metrolijn onder de grond verdwijnt richting het volgende metrostation Anvers. Op nummer 72 het Élysée Montmartre, een van de eerste nachtclubs van het dorp Montmartre. Dit gebouw dateert uit 1807 - 81 jaar ouder dan de Moulin Rouge. Let op de prachtige rococo facade van deze toenmalige danshal. Boze tongen beweren dat hier de Franse cancan is uitgevonden. Het interieur is in 1887, twee jaar voor de opening van de Moulin Rouge, beschilderd door Henri Toulouse de Lautrec. Hier ontving hij zijn vriend Vincent van Gogh om samen te genieten van de danseres La Goulue, die veelvuldig poseerde voor Henri. Vlak na de opening van de Moulin Rouge werd het pand vernietigd door brand maar weer opnieuw opgebouwd. Emile Zola beschrijft de danszaal in zijn boek L'Assommoir. In 1989 krijgt het pand een monumentenstatus maar werd helaas in 2011 opnieuw getroffen door een brand. Sinds die tijd is het Elysée Montmartre, dat door de tijd groeide van een louche danszaal naar een Parijse poptempel, gesloten voor het publiek.

Élysée Montmartre, een van de eerste nachtclubs van het dorp Montmartre.

Bij de rue de Briquet vlakbij Anvers heeft u een prachtig doorkijkje naar de Sacré Cœur. De Parijse dichter Jacques Roubaud vergeleek de Sacré Cœur eens met een grote zuigfles voor de Engelen. Anderen spreken van een mierzoete suikertaart of nog erger; een puistige toren en witte ijscokoepel. sinds 1875 al een vast onderdeel van de skyline van Parijs. Let ook op de prachtige metro-ingang in art-nouveau stijl in 1900 ontworpen door Hector Guimard.

Bij de rue de Briquet vlakbij Anvers heeft u een prachtig doorkijkje naar de Sacré Cœur

Heeft u nog puf dan zetten we onze wandeling voort via het voetgangersgebied boven de metro richting Pigalle. Rechts komt u regelmatig terrasjes tegen, waar u even kunt uitrusten om de vreemde gewaarwording van deze bijzondere Parijse wandeling te verwerken. Wilt u meer weten over Pigalle, dan verwijs ik u naar mijn blog van 19 augustus 2013 over 'Sexy Paris -Paris Canaille'.

We volgen de boulevard de Clichy. Niet Parijs' mooiste straat, maar ook peepshows, sexshops en sekstheaters hebben overdag hun charme. Let vooral op de kleine zijstraatjes aan de rechterzijde met vaak prachtige doorkijkjes. Na het metrostation Pigalle volgt Blanche tegenover de rue de Lepic. In vroegere tijd diende deze straat als dè aan- en afvoerweg voor de karren, die het gips uit de groeven van la Butte naar de place Blanche brachten, om van daaruit verder vervoerd te worden naar de bouwplaatsen in Parijs. Blanche is dan ook synoniem voor het witte stof dat elke dag weer opwaaide vanuit de karren. 

Pigalle; 'Sexy Paris' 

Pas in 1864 kreeg de rue Lepic zijn huidige naam. Genoemd naar  de Franse generaal Louis Lepic (1765-1827). Daarvoor heette de straat rue de l'Empereur, rue Ravignan en Chemin Neuf. Vooral in de ochtend staat het eerste gedeelte vol met marktkramen van de maar liefst 21 speciaalzaken: Boulangeries, pâtisseries, charcuteries, triperie, traiteurs, chocolatiers, confiseurs en supermarchés (bakkers, banketbakkers, slagers, speciaalzaak voor ingewanden, kant en klaar maaltijden, chocolade- en suikerbakkers en supermarkten). Op de weg naar boven vind je 5 cafés waaronder café des Deux Moulins op nummer 15, op de hoek van de rue Cauchois. Een groot deel van de opnamen van de met 5 Oscars genomineerde film "Le Fabuleux Destin d'Amélie Poulain" werd hier gemaakt. Je herkent meteen de fraaie neonarmaturen, de formica tafeltjes en de ingang van de toiletten waar hèt allemaal gebeurde.

Een stukje verder het theater dat geen introductie meer behoeft. De Moulin Rouge, al 125 jaar een begrip in Parijs en niet meer weg te denken uit de geschiedenis van de stad. In het dorp Montmartre, dat ontstond tijdens de Franse revolutie, woonden voornamelijk molenaars en arbeiders, werkzaam in de plaatselijke gipsgroeven in de ondergrond van de heuvel. Het was hier, aan de voet van de Butte Montmartre, dat op op 6 oktober 1889 een nieuwe Music-Hall werd geopend. Deze werd gevestigd in de Jardin de Paris. De Moulin Rouge was geboren en dat ging niet onopgemerkt. Het publiek stroomde massaal naar de Place Blanche om deze extravagante plek met een enorme dansvloer, overal spiegels, optredens van schitterende vrouwen, een tuin gedecoreerd met een grote olifant en ritjes op ezels voor het plezier van de dames, te ontdekken. Er was zo’n wilde atmosfeer dat de show niet alleen op het podium plaatsvond maar zowel binnen als buiten: aristocraten en arme burgers hadden samen plezier.

Al 125 jaar een begrip in Parijs; De Moulin Rouge

De eigenaars van de tent waren Joseph Oller, tevens eigenaar van het Parijse Olympia, en Charles Zidler. Zij hadden hun zaak de bijnaam ‘Le Premier Palais des femmes’ (het eerste vrouwenpaleis) gegeven en wilden dat de Moulin Rouge de beroemdste tempel voor muziek en dans zou worden. De plaats waar men jonge Parijse dames, de courtisanes, aan het werk kon zien en waarvan de dansbewegingen al even losjes waren als de zeden. Ook al was de cancan dans, sinds 1807, reeds bekend  bij de werkende klasse, het was de Moulin Rouge die de populariteit ervan bewerkstelligde.

Onze lange en bijzondere wandeling eindigt op de Place de Clichy. Ik adviseer om te gaan lunchen of te gaan dineren, afhankelijk van het tijdstip, bij Le Wepler al 122 jaar lang gevestigd aan de Place de Clichy. Bon appetit.